Een werknemer was op het parkeerterrein uitgegleden en heeft hierbij een posttraumatische dystrofie ontwikkeld in zijn rechtervoet/rechterbeen.
Hierdoor is hij volledig arbeidsongeschikt geworden, is het dienstverband beëindigd en ontving hij een transitievergoeding ex art. 7: 673 BW.
Daarnaast is hij van mening dat hij recht kan doen gelden op schadevergoeding omdat de werkgever onrechtmatig zou hebben gehandeld, te weten in strijd met zijn verplichting zich te gedragen als een zorgvuldig handelend werkgever.
Houdt de rechter rekening met de al eerder ontvangen transitievergoeding bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding?
De rechtbank Den Haag (ECLI: NL: RBDHA: 2019: 3830) oordeelt in de uitspraak van 16 april 2019 dat er een causaal verband is tussen het ongeval en de transitievergoeding.
Dit betekent dat bij de beoordeling van de omvang van de schade rekening dient te worden gehouden met de transitievergoeding, namelijk bij de vergelijking tussen de toestand zoals deze in werkelijkheid is en de toestand zoals die zou zijn geweest indien het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden, dus zowel de nadelen als de voordelen (transitievergoeding) die in verband staan met het ongeval.