Als u verdachte van een strafbaar feit bent, dan kan de officier van justitie er voor kiezen u een strafbeschikking aan te bieden. Dit betekent dat de officier van justitie u aanbiedt om buitengerechtelijk tot een oplossing te komen. Veelal wordt in een strafbeschikking een geldboete of taakstraf opgelegd.

Indien u akkoord gaat met de strafbeschikking, dan zal de officier van justitie u niet voor de rechtbank dagvaarden. U krijgt dan wel een aantekening op uw uittreksel justitiële documentatie (oftewel: strafblad). Zo’n aantekening kan bijvoorbeeld vervelende gevolgen voor een aanvraag van een verklaring omtrent gedrag voor uw werk opleveren.

Het is daarom belangrijk dat een strafbeschikking, dus een aanbod van de officier van justitie voor buitengerechtelijke afdoening van de strafzaak, niet zomaar wordt geaccepteerd.

Een strafbeschikking kan u per post worden toegezonden. Ook kan deze door de politie aan u worden uitgereikt. Soms zal de officier van justitie u eerst over de verdenking willen horen, voordat de strafbeschikking wordt uitgereikt. In dat geval zal een zitting met de officier van justitie of parketsecretaris worden belegd. U kunt naar zo’n zitting altijd een advocaat meenemen die u bijstaat en adviseert.

Uitgangspunt is dat u binnen 14 dagen in verzet bij de officier van justitie dient te komen.

Als u de strafbeschikking betaalt of (ingeval van een taakstraf) verricht, dan wordt deze onherroepelijk en kunt u hiertegen geen verzet meer aantekenen.