De rechtbank Amsterdam heeft op 26 april 2017 een interessante tussenuitspraak gewezen in een zaak waarin de overleveringsverzoek van een opgeëiste persoon door de Roemeense autoriteiten was gedaan.
Er was in die zaak een Europees aanhoudingsbevel ten aanzien van de opgeëiste persoon uitgevaardigd. De Roemeense autoriteiten verzochten de overlevering van deze persoon die in Roemenië tot een gevangenisstraf van 3 jaren was veroordeeld.
De rechtbank wilde dat er onderzoek zou worden verricht naar de detentieomstandigheden in Roemenië. Er was namelijk informatie beschikbaar gekomen waaruit het sterke vermoeden bleek dat er sprake van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden in de Roemeense gevangenis zou zijn. Hoewel de Roemeense autoriteiten dit standpunt bestreden, gaf de overgelegde informatie voor de rechtbank onvoldoende steun om de stelling dat er sprake was van reëel gevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling te weerleggen.
De rechtbank heeft toen de behandeling van de zaak uitgesteld om nader onderzoek naar de detentieomstandigheden in Roemenië te laten verrichten voordat wordt beslist of de opgeëiste persoon aan Roemenië wordt overgeleverd.