Frequent nemen burgers kleinere of grotere stukken gemeentegrond (oneigenlijk) in gebruik. Zij zetten bijvoorbeeld planten en een heg op het stuk gemeentegrond aangrenzend aan de tuin van hun woning. Of zij gebruiken een stuk gemeentegrond langs hun huis als tuin.

Na verloop van tijd kun je als burger door verjaring eigenaar van een dergelijk stuk (gemeente)grond worden. Verjaring is niet hetzelfde als overdracht van eigendom door de gemeente aan de burger. Verjaring betekent dat degene die de (gemeente)grond in gebruik heeft genomen op een gegeven moment is bevrijd van de teruggaveplicht van die grond aan de gemeente.

De Nederlandse wetgeving kent twee vormen van verjaring. Enerzijds de verkrijgende verjaring. Hiervan is sprake indien je als bezitter van een stuk grond in de veronderstelling bent dat de grond van jou is (en niet van de gemeente). Hiervan zal niet snel sprake zijn, omdat de eigendom van grond veelal gemakkelijk in het Kadaster kan worden geraadpleegd.

Anderzijds is er de bevrijdende verjaring, waarbij je ook als bezitter te kwader trouw (dus ingeval je wist dat de grondaan de gemeente toebehoorde) eigenaar kan worden van het desbetreffende stuk (gemeente)grond. Er dient in dat geval te worden bekeken of je gedurende minimaal twintig jaren voortdurend, onafgebroken, ongestoord, openbaar en ondubbelzinnig het stuk grondin bezit hebt gehad. Dit dient per situatie te worden beoordeeld en door de bezitter van de (gemeente)grond te worden onderbouwd.

Ingeval er voldoende kan worden onderbouwd dat sprake is van de voornoemde situatie van bevrijdende verjaring, waardoor de burger eigenaar van de grond is geworden, dan kan de rechtbank worden verzocht dit vast te stellen. Addertje onder het gras is dat de gemeente vervolgens, als tegenvordering, de grond kan terugvorderen op grond van onrechtmatige daad of een geldelijke vergoeding kan vorderen.