Stel je wordt aangehouden door de politie en je wordt verhoord en de politie vraagt of zij je pincode mogen hebben van je smartphone, ben je dan verplicht deze pincode te geven.

Hierover heeft de Hoge Raad op 4 april 2017 (ECLI: NL: HR: 2017: 584,588 en 592) een interessante uitspraak gedaan.

De hoofdregel staat in de artikelen 94,95 en 96 Wetboek van Strafvordering, waarin is bepaald dat de politie geen tussenkomst van de officier van justitie nodig heeft noch voorafgaande rechterlijke toetsing.

Dit geldt voor de gevallen waarin het gaat om slechts het  raadplegen van een gering aantal bepaalde gegevens op de smartphone.

Indien het onderzoek er echter is opgericht om een compleet beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van de gebruiker, zal het onderzoek echter wel onrechtmatig zijn, omdat er dan geen sprake meer is van een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte (art. 8 EVRM).

Alsdan zal de rechter moeten beantwoorden of de gegevens verkregen uit het onderzoek wellicht niet mee mogen werken aan het bewijs (art. 359a Sv).

Het advies is dan ook alleen een pincode te geven, indien de politie aangeeft dat slechts gericht een bepaald aantal gegevens zullen worden onderzocht.